Maakindustrie herstelt in 2021, maar minder investeringen verwacht

Een recent onderzoek door ING geeft aan dat de Nederlandse industrie in 2021 weer wat groei zal laten zien na een periode van flinke krimp. Dit onderzoek laat zien dat er in 2021 een groei wordt verwacht van gemiddeld 2,5%. Daar staat aan de andere kant tegenover dat er in 2020 een krimp van 5% is geweest.

Het vertrouwen in de industrie is wel aanzienlijk verbetert en de laatste maanden veel positiever gestemd is over de productie, omzet en personeelssterkte. Uit de NEVI-PMI Toekomstige Productie Index blijkt dat ondernemers in 2021 groei verwachten. De index voor nieuwe orders stond in januari 2021 bovendien op 61,3, wat duidt op een snelle groei van de ontvangen orders.

Daarentegen staat wel dat, volgens een enquête van het CBS, een derde van de industrie aangeeft 3% minder te gaan investeren. Dit gaat dan om investeringen in materiële vaste activa. Dit zijn vaste activa zoals grond, bedrijfsgebouwen, machines, installaties en apparatuur.

Maar is dat slecht nieuws? 

Als je het mij vraagt niet, omdat er vaak nog een boel te halen valt uit de middelen die reeds beschikbaar zijn. Met name wanneer we kijken naar het gebruik van machines zien we vaak dat deze vrijwel nooit maximaal benut worden. OEE-metingen geven hier namelijk een objectief beeld van. Als Act-in constateren wij dat organisaties bij een objectieve OEE-meting doorgaans rond de 40% zitten, wat dus wil zeggen dat er theoretisch nog 60% onbenut blijft. Nu is het natuurlijk een utopie te geloven dat er 100% gehaald kan worden, 80% wordt al als wereldklasse bestempeld. Maar zelfs dat is niet eens nodig om al aanzienlijke verbeteringen te bereiken. 

Een fictief voorbeeld

Ter illustratie een fictief voorbeeld van wat een kleine verbetering al kan betekenen: Bij bedrijf X loopt de productie zo hoog op dat ze geen andere weg meer zien dan te investeren in een nieuwe, tweede machinelijn. De aankoop wordt uitgesteld omdat er besloten wordt om eerst externe hulp in te schakelen en die vraagt wat de OEE van de huidige lijn is. Wat blijkt; er wordt niet of nauwelijks gemeten.


Met het plaatsen van een OEE Toolkit (meetinstrument) aan de lijn blijkt dat de OEE 51,3% is. Waarbij het probleem met name in de beschikbaarheid zit, die is 60%. De snelheid en kwaliteit zijn acceptabel en respectievelijk 90% en 95%.

Omzet omhoog, kosten blijven gelijk

Nu blijkt uit de cijfers dat de lijn iedere 8 uur een half uur stil stond. Uit de verdere analyse en een quickscan op locatie blijkt dat deze stilstand op de momenten van werkoverdracht plaatsvindt. Degene die de lijn overneemt moest eerst door alle papieren, instellingen en uitgevoerde werkzaamheden heen lopen. Dat half uur scheelt een boel productiviteit. Wanneer je dit kan elimineren levert dat aanzienlijk meer winst op.


De OEE wordt dan 56,4%; namelijk 66% x 90% x 95%. Dit betekent een absolute toename van 6% in beschikbaarheid en daardoor 5,1% in OEE. In beide gevallen is dit een procentuele toename van 10% en dat vertaalt zicht direct terug in de omzet. De omzet gaat omhoog, maar de kosten blijven nagenoeg gelijk.


Met de exploitatiecijfers van het CBS voor bijvoorbeeld de kunststofindustrie zou dat inhouden dat de winst met 56,5% zou stijgen, maar bij zuivelproducten zelfs 99,7%. Maar die berekening zou iedereen voor zichzelf kunnen maken. Uiteindelijk heeft de externe hulp ervoor kunnen zorgen dat de werkoverdracht en de informatievoorziening gedigitaliseerd en geoptimaliseerd werden.

Met de behaalde winst bleek nog geen nieuwe machinelijn nodig te zijn...

Wij inspireren, motiveren en helpen u graag bij het maximaal benutten van alle beschikbare resources met als effect meer rendement en minder verspilling.

Onze diensten

Productie

MES Software voor productie

Onderhoud

Beheersysteem voor onderhoudsafdeling

Management

Dashboard met relevante KPI's voor management

Continu verbeteren

Stappenplan voor een continue verbetercultuur